Nederlandse-gedichten

Wij prijzen Hem de hemel in
met lof en dank en ons bemin.
De Heer helpt ons een brug te slaan
om goed met elkaar om te gaan.

Dan krijgt ons leven nieuwe glans
en legt de Heer Zijn liefdeskrans.
Er blijkt slechts een weg om te gaan
door Hem geleid in ons bestaan.

Hij wil graag bruggenbouwer zijn
bouwt sterke pijlers groot en klein.
Zodat de brug begaanbaar wordt
en nimmer door zwakte instort.

Wij moeten allen groot en klein
naar 't voorbeeld bruggenbouwers zijn.
Door 't samenwerken met de Heer
groeit daardoor elke brug steeds meer.

Zo krijgt elk bruggenhoofd een flank
door Hem gesterkt als liefdesrank.
Ons open hart en open mond
vertelt met lof Gods werken rond.

Want waar men bruggen heeft gelegd
wordt heil en zegen aangezegd.
Al wat met Hem saam is gebouwd
zo'n brug blijkt zijn taak toevertrouwd.

Wie over sterke bruggen gaat
die kan vertrouwen op hun staat.
Want zo bereikt men aan Gods hand
altijd veilig de overkant.

 
Wanneer ons oog op ’t kruis zich richt
toont Hij Zijn liefd’ en overgave.
Zien w' om Zijn hoofd een krans van licht
't zal onze hoop op toekomst staven.
 
In d’ heil ’ge ruimte hangt een sfeer
die Hij over ons uit laat spreiden.
Hij ziet meedogend op ons neer
en droeg voor onze zonden ’t lijden.
 
Hier staan wij in gedachtenis
om naar Golgotha terug te keren.
Met brood en wijn Hem in de mis
als de Verlosser steeds te eren.
 
Wij zien Zijn armen uitgespreid
ons nodigend tot Hem te komen.
Om voortaan aan Zijn hand geleid
eens ’t Vaderhuis binnen te komen.
 
Een sterke bries kwam aangewaaid
omringd door vuur en vlam.
Dat in de harten opgelaaid
bezit van ieder nam.
 
De Geest die barrières doorbrak
liet ons elkaar verstaan.
Hij daalde neder door het dak
en is aan ’t werk gegaan.
 
Zijn kracht doorvloeide ieder hart
met intens warme stroom.
Hij heeft een nieuwe tijd gestart
vervulling van een droom.
 
Hij was beloofd Hij werd verwacht
nu is Hij onder ons.
Hij streelt ons innig met Zijn kracht
wie luistert hoort ’t gegons.
 

Wat God voor mens en wereld wenst
is dat de liefd’ eens onbegrenst
als rozen op zal bloeien
om verder uit te groeien.
 
Want daar waar liefd’ de mensen draagt
daar leeft men zoals ’t God behaagt.
Waar liefde op zal schieten
vertroost en laat genieten.
 
God wenst een mooie bloementuin
al kost Hem dat ook een fortuin.
Laat daar graag vogels zingen
die vrolijk ons omringen.
 
Het beeld dat God voor ogen heeft
is dat de aarde nieuw herleeft
Eens door de liefd’ gedragen
en dat ten eeuw’ge dagen.
 
 

Men komt altijd bij Jezus terecht
Hij houdt je eenmaal staand.
Dan spreekt hij je van liefde en recht
waar ’t in ’t bestaan om gaat.       
 
Je wordt door liefde overmand
die Jezus aan je biedt
Hij reikt je liefdevol Zijn hand
weet Hij vergeet jou niet.
 
Je komt er echt niet onderuit
wat Jezus van jou vraagt.
Neem eindelijk eens een goed besluit
werk aan wat Hem behaagt.
 
Al ging je lang je eigen weg
die tijd is nu voorbij.
Luister nu goed naar wat Hij zegt
wordt volgeling van Mij!
 
Het heeft geen zin alleen te gaan
je komt bedrogen uit.
Kom neem zijn wijze woorden aan
want weigeren helpt geen fluit.
 
Dan loop je in het leven vast
totdat je eindelijk kiest.
En jij het best bij Jezus past
of anders ’t heil verliest.
 
Is Jezus eens je alles waard
en wordt die keus gemaakt.
Dan wordt veel onheil je bespaard
als Hij je heeft geraakt.
Er zijn al veel offers gebracht
om vrede op de aard’ te stichten.
Het is door velen steeds getracht
zich blijvend op dat doel te richten.
 
Veel namen zijn aan ons bekend
die voor de vrede bleven pogen.
En alles hebben aangewend
met hun hart daartoe zeer bewogen.
 
Maar ondanks alle moeit’ gedaan
blijkt vrede moeilijk te bereiken
En op veel plaatsen niet bestaan
waar men elkaar nog d’ hand moet reiken.
 
Er is aan ons vrede beloofd
toch zal die eenmaal voor ons komen.
Want wie vast in Gods woorden gelooft
mag van Zijn vredetoekomst dromen.
 
Als vrede en vrijheid samengaan
en ’t Rijk van God is aangebroken.
Dan heeft elk mens een goed bestaan
en blijft van beiden nooit verstoken.
 
Ban met elkaar onvrede uit
maak d’ omslag naar vrijheid en vrede.
Als men daartoe op d’ aard besluit
is dat een schitterende reden.

 
Laat al je triestheid toch eens varen
wees toch eens blij met wat je hebt.
Dat zal je veel verdriet besparen
waardoor ’t geluk ligt opgeschept.
 
Zie toch de zon eens door de wolken
de mooie bloemen op het veld.
Die samen je ’t geluk vertolken
dat uit de hemel wordt vermeld.
 
Wees toch eens dankbaar voor de dagen
waarop jij zegening ontvangt.
Dat helpt je elke dag te slagen
met alles wat je hebt verlangd.
 
Met zegen laat God je begroeten
Hij weet precies wat jij behoeft.
En dat laat Hij je graag ontmoeten
en op die wijs Zijn liefde proeft.
 
Wegkijken wordt onmogelijk
voor wat rond ons gebeurd
wij zien wat voor ons  mogelijk 
beslist moet afgekeurd.
 
Geen mens mag zich onttrekken
aan wat zijn ogen zien
die ’t leed laten ontdekken
en erger nog misschien.
 
Ons hart moet zijn bewogen
omdat kilheid niet past
wij moeten tranen drogen
van menig mens zijn last.
 
De liefd’ moet prevaleren
voor haat is echt geen plaats
door ons hart toe te keren
maakt men met liefde haast.
 
 
Hoe groot hoe machtig bent U God
ons baken in het duister.
Behoeder van ons levenslot
stralend van licht en luister.
 
Uw handomdraai is ons genoeg
verhoorder der gebeden.
En wat een mens U nederig vroeg
beantwoordt U in ’t heden.
 
Wanneer Uw zegen nederdaalt
schenkt U aan ons Uw dingen.
In wijsheid wordt door U bepaald
waarmee U laat omringen.
 
De hemelgaven uit Uw hand
daarmee wilt U verblijden.
Het is Uw uitgestoken hand
die ons in liefd’ wil leiden.
 
Van stap tot stap gaan wij dan voort
met ’t doel van U voor ogen.
En het door U beloofde woord
wijzend op ’s hemels bogen.
Eens wordt de loper uitgelegd
voor Jezus’ bruiloftsgasten.
Als de bazuin van ’t Godsrijk meldt
God bevrijdt ons van lasten.
Dan is ’t de feestzaal binnengaan
om daar het feest te vieren
Het feest van ’t eeuwig voortbestaan
waar God mee wil plezieren.
 
Een feest nooit ruimer opgezet
’t valt niet te overtreffen.
God laat als hoorder van ’t gebed
’t Zijn gasten blij beseffen.
Een feest dat met muziek en dans
God d’ engelen laat omlijsten.
En iedereen die krijgt de kans
de feestvreugd te polijsten.
 
Dit feest dat altijd door zal gaan
daar zal geen eind aan komen.
Waarover God de maat zal slaan
ons daarbij weg laat dromen.
Gods feestzaal vol van heerlijkheid
waar ’t eeuwig licht blijft stralen.
Wordt onze nieuwe werkelijkheid
met al zijn ruime zalen.
 
Leg je handen in de Mijne
voel het stromen van Mijn kracht
vloeiend door je levenslijnen
liefdevol en uiterst zacht.
 
Voel hoe liefde je zal sterken
elke dag in jouw bestaan.
Want Mijn liefd’ kent geen beperken
zal zijn mantel om je slaan.
 
In Mijn kring van liefd’ geborgen
ben je door mij vrijgesteld.
Van je moeit’ verdriet en zorgen
die je aan Mij hebt verteld.
 
 
Hij die van binnen in ons woont
als Hem de toegang is geboden.
En in ons hart als koning troont
is Hij Verlosser onzer noden.
 
Hij is het Licht, Hij maakt ons vrij
want Hij bevrijdt ons van de zonden.
Hij brengt ons vrede maakt ons blij
wij worden van het kwaad ontbonden.
 
Zijn naam is Christus onze Heer
Hij komt als Redder van de volken.
Kom buig u voor Zijn voeten neer
die ons Zijn liefde blijft vertolken.
 
Met onze hoop die Hem verwacht
als Hij op aarde neer zal dalen.
Wordt ieder van ons thuisgebracht
als Hij beminden op komt halen.
 
Dan volgt Gods aangename tijd
die aanbreekt naar ’s Heren gelofte.
Als wij het Godsrijk ingeleid
eeuwig leven naar Zijn belofte.
 
Laat ons een huis van vrede bouwen
waar geloof en hoop en liefde heerst.
En een sfeer heerst van vertrouwen
die al wat kwaad is overheerst.
 
Want liefde en vrede dat biedt toekomst
dat biedt immers aan ’t leven glans.
Dit is wat God vindt dat ons toekomt
grijp dan met elke hand die kans.
 
Hun toekomst eindigde in de dood
als gevolg van hun wrakke boot.
De hoge golven van de zee
namen zeer veel slachtoffers mee.
 
De stroom vluchtelingen houdt aan
zoekend een thuis een nieuw bestaan.
Zij betaalden een hoge prijs
voor d’ overtocht de lange reis.
 
Hun tocht niet van gevaar ontbloot
heeft risico’s brengt grote nood.
Want voedsel blijkt er niet genoeg
in ’t bootje dat hen verder droeg.
 
Ook water moest snel op rantsoen
toen moest men ‘t met zeewater doen.
Maar zeewater verhoogde hun dorst
bracht op hun lippen zoute korst.
 
Zij die de tocht hebben volbracht
ontbrak het meestal dan aan kracht.
Maar heeft men eens bereikt het land
reikt men hen liefdevol de hand.
 
Uitzicht op toekomst is er niet
wat ligt er voor hen in ’t verschiet.
Blijft het een dwaaltocht zonder eind
die hoop tot het nulpunt verkleint?
 

Een mens die zijn hand open houdt
ontvangt wat God hem toevertrouwt.
Dan schenkt God hem wat Hij verlangt
waarmee de mens zijn hand omspant.
 
Slechts wanneer een hand open staat
is God pas tot geven in staat.
Want voor de Heer geldt dit devies
een hand gesloten is verlies.
 
Een hand die zich niet echt ontplooit
daar wordt door God niets ingestrooid.
Want handen moeten open staan
om Gods genade te verstaan!
 

Het beste heeft de Heer bewaard
voor wat er volgt na Hemelvaart.
Wanneer de mensheid wordt begroet
door wind met ’s Heren Pinkstergloed.
 
En daarna gaat het alsmaar voort
zoals gesproken door Zijn woord.
Dan waaiert de Pinkstergeest uit
die met Gods koninkrijk besluit.
 
Dat is het doel waarheen Hij gaat
en heel Zijn sfeer de aard beslaat.
Want Pinksterfeest en bruiloftsfeest
wordt ’t mooiste wat er is geweest.
 
Wij mensen die genodigd zijn
tot hen spreekt God; Ik maak het fijn.
Ik bied waar op u heeft gewacht
’t leven dat Ik u heb toebedacht.
 
De Pinkstergloed die ons omgeeft
is waar ieder voorgoed in leeft.
Want God de Heer Hij heeft bepaald
dat Pinkstergloed voor eeuwig straalt.
Hij zat stil op zijn dood te wachten
hield rekening met ’t komend eind.
Zijn wereld was in zijn gedachten
in jaar en dag steeds meer verkleind.
 
Zijn vrouw was hij al vroeg verloren
ook zijn twee kinderen was hij kwijt.
Hij had ook zijn gehoor verloren
door ’t werk in de voorbije tijd.
 
Hij had als mens maar een verlangen
snel naar de Heiland toe te gaan.
Om daar door God de Heer ontvangen
voor eeuwig in het licht te staan.
 
De stilte waarin hij moet leven
en daarbij naar ’t weerzien verlangt.
Laat hem zijn laatste dagen streven
biddend aan ’s Heren hand geklampt.
 

Heb je ook die warme gloed gevoeld
die God ook voor jou heeft bedoeld.
De vuurgloed van de Pinkstergeest
die alle zorg en pijn geneest.

De Geest van God waarop gewacht
daalt neer in vuur met grote kracht.
Hij zet heel duidelijk Zijn klemtoon
met die van Vader en de Zoon.

Zijn gloed die hart en ziel doortrekt
waardoor de vreugd wordt opgewekt.
Met vuurvlam brandend op elk hoofd
Geest die door Christus ons beloofd.

Ben jij ook door de Geest geraakt
die blijde en gelukkig maakt.
En zorgt dat wij elkaar verstaan
in vele talen die bestaan.

Door God in vuur en vlam gezet
is er niets meer dat ons belet.
Getuigen zijnde van Gods woord
geleid door de Geest aangespoord.

Nu zich Zijn gloed in ons bevindt
na 't horen ruisen van de wind.
Trekt wind en gloed de wereld door
met achterlating van haar spoor. 
De goedheid van de mens
ligt in zijn hart besloten
die is er naar Gods wens
met liefde in gegoten
 
Zo is elk mens instaat
iets van Gods beeld te tonen
dat spreekt waarom het gaat
waarin Gods liefd’ zal wonen.
 
Elk mens die liefd’ uitdraagt
en Gods spiegel zal wezen
die volgt wat God behaagt
zo’n mens heeft niets te vrezen.
 
God stelt hem nooit teleur
maar verblijdt hem met zegen
Hij opent hem de deur
zo wordt Zijn heil verkregen.
 
Thans herdenken wij de bevrijding
wij leven weer in een vrij land.
Maar in de wereld krijgen wapens
steeds meer en meer de overhand.

Velen gaven voor ons hun leven
die ons bevrijding heeft gebracht.
Dat bleek tot 't einde toe hun streven
waaraan doorlopend is gedacht.

Laten wij God toch dankbaar wezen
dat Hij ons nog de vrijheid biedt.
Zijn woord te horen en te zingen
vergeet Gods trouw en liefde niet.

Het juk kon eindelijk afgeworpen
nadat de vijand was verslaan.
De driekleur werd blij uitgestoken
't was met verdrukking nu gedaan.

't Wilhelmus klonk uit blijde monden
de vreugde was ontzettend groot.
En tranen vloeiden uit de ogen
met dank die men bevrijders bood.

Ook heden mag 't Wilhelmus klinken
het volkslied dat ons steeds ontroert.
Met dank aan alle dappere strijders
die ons naar vrede heeft gevoerd.

Bevrijdingsdag 5 mei 2015