Het is een kind dat ons vertedert,
vanuit de kribbe naar ons lacht.
Maar eenmaal wordt dit kind vernederd,
als mensenzoon naar ’t kruis gebracht.
Nu ligt het vrolijk nog te kraaien,
gehuld in doeken in het hooi.
En met zijn armpjes rond te maaien,
gekleed in eenvoud is zijn tooi.


Dit kind kent rijke voorgeslachten,
dit kind komt voort uit Davids huis.
Dit is het kind wat wij verwachtten,
en zal eens dragen ’t smartelijk kruis.
Het zal voor ons zijn leven geven,
wanneer het eenmaal is volgroeid.
Dit kind als Heer van dood en leven,
wordt straks verraden en geboeid.


Dit kind is ons door God gezonden,
en werd al eeuwenlang verwacht.
Zou komen, dragend onze zonden,
geboren nu in de kerstnacht.
Dit kind draagt vele grote namen
God maakt z’ ons een voor een bekend.
Zeg op de blijde boodschap, Amen,
die Hij in Jezus tot ons zendt.


Het licht der wereld is gekomen,
dat in het duister breeduit straalt.
Dit licht doet blijde ons omzomen,
vanuit de hemel neergedaald.
In ’ t Christuskind wordt ons geboden,
de redding die elk mens behoeft.
Hij die verlost van zonde en noden,
schenkt ons van ’t heil dat wordt geproefd.
Justus A. van Tricht

You have no rights to post comments