God biedt Zijn toegestoken handen
aan ieder mens die daarom vraagt.
Hij wenst met allen liefdebanden
en schenkt hen liefd’ die ieder draagt.
Door ‘s Heren handen vast omsloten
neemt Hij ons als beminden op.
Die Hij met liefde overgoten
altijd zal trekken uit het slop.

De mens mag op Gods kracht vertrouwen
wat Hij begint laat Hij nooit los.
Zijn kinderen kunnen op Hem bouwen
Hij bindt elk met Zijn sterke tros.
Die is zo krachtig kan niet breken
al ligt de boze op de loer.
Om zich op kinderen Gods te wreken
maar Gods hand veegt hem van de vloer.

Wie op de hand van God vertrouwen
zij komen nooit bedrogen uit.
De Heer laat door Zijn hand aanschouwen
tot welke daden Hij besluit
Het kwade zal hen niet belagen
God staat voor hun bescherming in.
Op weg met Hem betekent slagen
Hij toont Zijn teek’nen van bemin.

Gods trouw duurt tot in lengt’ van dagen
die blijft bestaan in eeuwigheid.
Wij mogen hulp en bijstand vragen
vertrouwend op Zijn wijs beleid.
Al wie zijn hart aan Hem zal geven
hij wordt beveiligd en bewaard.
De Heer belooft hem eeuwig leven
dat wordt hem door Zijn woord verklaard.

Melodie Lv.d.K 390 Nlb 245

You have no rights to post comments