Als vrije vogels mogen vliegen
door God van elke last bevrijd.
De wereld in tot grote hoogten
in ’t zonlicht dat ons hart verblijdt.
Dan zal de vreugde die God schenkt
ons dartelend op de luchtstroom dragen.
Waarmede Hij ons steeds gedenkt
steeds vullend onze levensdagen.

Als vrije vogels gaan wij vliegen
om aan te komen in het land.
Daar waar de zon opgaat in ’t oosten
genesteld eens in ’t vaderland.
In ’t ritme van de vleugelslagen
komt eens ’t beloofde land nabij.
Dat voor onze ogen op zal dagen
hier vliegen dagen niet voorbij.

Hier heeft tijd een andere dimensie
waarmee verstaan wordt d’ eeuwigheid.
Dat blijkt van God ook Zijn intentie
waarmee Hij ons zo graag verblijdt.
Hij roept ons op te komen vliegen
komend op Zijn stem doelgericht.
En op de Geeststroom voort te wiegen
afstevenend op het eeuwig licht.

You have no rights to post comments