De narcissen met hun trompetten,
vertellen van het legen graf.
Dat Christus nimmer deed beletten,
om leggende het doodskleed af.
De dood voorgoed zijn plaats te wijzen,
en hem te binden door zijn kracht,
Om overwinnend te verrijzen,
in volle glorie en met macht.

Hoor hoe de vroege vogels zingen,
de Heer is waarlijk opgestaan.
Zie hoe de jonge lammeren springen,
en huppelend door de weiden gaan.
Zie hoe hij nadert tot de zijnen,
de tekenen van ZIjn wonden toont.
De levensvorst Hij doet verschijnen,
door 't licht van Pasen blij gekroond.

Hij heeft de tempel doen herbouwen,
zoals hij eenmaal had voorspeld.
Nu doet het oog het wonder schouwen,
Hij is het huis wat is hersteld.
Dat aan het kruis werd afgebroken,
waaraan het langzaam werd verwoest.
Waar nu de vaan is opgestoken,
naar 't woord dat Hij vervullen moest.

Christus heeft weer de weg ontsloten,
gehoorzaam 's Vaders wil vervuld.
En als het offerlam besloten,
de weg tot God opnieuw onthuld.
Hij levensvorst heeft overwonnen,
Zijn opdracht tot het eind volbracht.
Waarom 't de Vader was begonnen,
Zijn kinderen tot Hem thuis gebracht.


Justus A van Tricht


5 april 2006

You have no rights to post comments